Conjugación del verbo alemán hinweggehen en voz pasiva

Verbo fuerte
El auxiliar sein se usa con el verbo hinweggehen
hinweggehen | hinweggehen en voz pasiva
Verbo separable

Indikativ (Indicativo)

Präsens (Presente)

hinweggegangen
hinweggegangen
hinweggegangen
hinweggegangen
hinweggegangen
hinweggegangen

Präteritum (Pretérito imperfecto)

hinweggegangen
hinweggegangen
hinweggegangen
hinweggegangen
hinweggegangen
hinweggegangen

Perfekt (Pretérito perfecto compuesto)

hinweggegangen worden
hinweggegangen worden
hinweggegangen worden
hinweggegangen worden
hinweggegangen worden
hinweggegangen worden

Plusquamperfekt (Pretérito pluscuamperfecto)

hinweggegangen worden
hinweggegangen worden
hinweggegangen worden
hinweggegangen worden
hinweggegangen worden
hinweggegangen worden

Futur I (Futuro)

hinweggegangen werden
hinweggegangen werden
hinweggegangen werden
hinweggegangen werden
hinweggegangen werden
hinweggegangen werden

Futur II (Futuro perfecto)

-
-
-
-
-
-

Konjunktiv I (Subjuntivo)

Präsens (Presente)

hinweggegangen
hinweggegangen
hinweggegangen
hinweggegangen
hinweggegangen
hinweggegangen

Perfekt (Pretérito perfecto compuesto)

hinweggegangen worden
hinweggegangen worden
hinweggegangen worden
hinweggegangen worden
hinweggegangen worden
hinweggegangen worden

Futur I (Futuro)

hinweggegangen werden
hinweggegangen werden
hinweggegangen werden
hinweggegangen werden
hinweggegangen werden
hinweggegangen werden

Futur II (Futuro perfecto)

-
-
-
-
-
-

Konjunktiv II (Condicional)

Präteritum (Pretérito imperfecto)

hinweggegangen
hinweggegangen
hinweggegangen
hinweggegangen
hinweggegangen
hinweggegangen

Plusquamperfekt (Pretérito pluscuamperfecto)

hinweggegangen worden
hinweggegangen worden
hinweggegangen worden
hinweggegangen worden
hinweggegangen worden
hinweggegangen worden

Futur I (Futuro)

hinweggegangen werden
hinweggegangen werden
hinweggegangen werden
hinweggegangen werden
hinweggegangen werden
hinweggegangen werden

Futur II (Futuro perfecto)

-
-
-
-
-
-

Imperativ (Imperativo)

- (-)

-
-
-
-

Infinitiv (Infinitivo)

Präsens (Presente)

hinweggegangen

Perfekt (Pretérito perfecto compuesto)

hinweggegangen

Partizip (Participio)

Präsens (Presente)

hinweggegangen

Perfekt (Pretérito perfecto compuesto)

hinweggegangen

Verbos a conjugación similar de hinweggehen

Otros verbos



iphone