Menu
Conjugación portugués
Conjugación inglés
Conjugación alemán
Conjugación italiano
Conjugación francés
Conjugación español

Conjugación del verbo alemán versinken en voz pasiva

Verbo fuerte
El auxiliar sein se usa con el verbo versinken
versinken

Indikativ (Indicativo)

Präsens (Presente)

versunken
versunken
versunken
versunken
versunken
versunken

Präteritum (Pretérito imperfecto)

versunken
versunken
versunken
versunken
versunken
versunken

Perfekt (Pretérito perfecto compuesto)

versunken worden
versunken worden
versunken worden
versunken worden
versunken worden
versunken worden

Plusquamperfekt (Pretérito pluscuamperfecto)

versunken worden
versunken worden
versunken worden
versunken worden
versunken worden
versunken worden

Futur I (Futuro)

versunken werden
versunken werden
versunken werden
versunken werden
versunken werden
versunken werden

Futur II (Futuro perfecto)

-
-
-
-
-
-

Konjunktiv I (Subjuntivo)

Präsens (Presente)

versunken
versunken
versunken
versunken
versunken
versunken

Perfekt (Pretérito perfecto compuesto)

versunken worden
versunken worden
versunken worden
versunken worden
versunken worden
versunken worden

Futur I (Futuro)

versunken werden
versunken werden
versunken werden
versunken werden
versunken werden
versunken werden

Futur II (Futuro perfecto)

-
-
-
-
-
-

Konjunktiv II (Condicional)

Präteritum (Pretérito imperfecto)

versunken
versunken
versunken
versunken
versunken
versunken

Plusquamperfekt (Pretérito pluscuamperfecto)

versunken worden
versunken worden
versunken worden
versunken worden
versunken worden
versunken worden

Futur I (Futuro)

versunken werden
versunken werden
versunken werden
versunken werden
versunken werden
versunken werden

Futur II (Futuro perfecto)

-
-
-
-
-
-

Imperativ (Imperativo)

- (-)

-
-
-
-

Infinitiv (Infinitivo)

Präsens (Presente)

versunken

Perfekt (Pretérito perfecto compuesto)

versunken

Partizip (Participio)

Präsens (Presente)

versunken

Perfekt (Pretérito perfecto compuesto)

versunken

Verbos a conjugación similar de versinken
vertrinken - hinunterspringen - niedersinken - auseinanderspringen - nachspringen - vorspringen - wegspringen - hervorspringen - herüberspringen - herausspringen - zurückspringen - hinüberspringen - weitspringen - hineinschlingen - einsinken - emporschwingen - hochspringen - herabsinken - hinausspringen - hinunterschlingen - absingen - hineinzwingen - heraufdringen - nachsingen - abschwingen - ausschwingen - wegtrinken - aufklingen - hinaufschwingen - beispringen -

Otros verbos
triefen - schämen - schreiten - servieren - läuten - reduzieren - nachweisen - gelangen - verursachen - bessern - managen - überreichen - voll fressen - verweisen - vorliegen - vermehren - transportieren - richten - niederlassen - abheften - spülen - widerrufen - ertränken - erfassen - checken - zukommen - glimmen - erkranken - einlassen - gewähren - danebenschießen - auftürmen - hereinkommen - herunterbringen - tiefstapeln - wegbringen - hinneigen - einschlagen - korrespondieren - davonmachen - stöpseln - gedulden -



iphone